AOT40 vegetatie
O3 Jaargemiddelde | NET60 | AOT60 | AOT40-vegetatie | AOT40-bossen
Alle data hieronder zijn het resultaat van de RIO-interpolatietechniek, een techniek waarbij de meetresultaten worden geïnterpoleerd op een grid met een resolutie van 4x4 km2. Lokaal kunnen de concentraties hoger of lager zijn.
De Europese Unie heeft ter bescherming van de vegetatie een overlastindicator gedefinieerd. De AOT40 (= Accumulated Ozone exposure over a Threshold of 40 ppb (=80 µg/m³)) voor vegetatie telt alle overschotten boven 80 µg/m³ op van alle uurwaarden tussen 8 u en 20 u MET (Midden Europese Tijd = Universele Tijd (UT) + 1) in de maanden mei, juni, juli (= groeiseizoen). Die indicator is bedoeld ter bescherming van de gewassen en (semi-) natuurlijke vegetatie. De AOT40 kwantificeert enkel de blootstelling aan ozon en dus niet de daadwerkelijke ozonopname (en dus schade) van de vegetatie. De Europese streefwaarde bedraagt 18000 (µg/m³).u, gemiddeld over 5 jaar. De langetermijndoelstelling is 6000 (µg/m³).uren
Evolutie percentielen
De onderstaande figuur geeft de evolutie weer van het minimum, het 25ste percentiel (P25), de mediaan (P50), het 75ste percentiel (P75) en het maximum van de ozonoverlast voor de vegetatie in België sinds 1990. De jaren 1994 en 2006 springen meteen in het oog als ongunstige ozonjaren voor de vegetatie. De laatste 10 jaren zijn relatief gunstig waarbij de hoogste overlast in België nooit boven de Europese streefwaarde van 18 000 (µg/m³).u uitkomt. De gemiddelde ozonoverlast voor de vegetatie in België, gemiddeld over 5 jaar, blijft altijd onder de Europese streefwaarde van 18 000 (µg/m³).u. De langetermijndoelstelling van 6 000 (µg/m³).u wordt echter elk jaar ergens in België overschreden.
Boxplots van de overlast voor de vegetatie (AOT40) in België (1990-2016). De vegetatiegewogen gemiddelden voor België worden weergegeven door de blauwe cirkels. De groene stippellijn geeft het vegetatiegewogen gemiddelde weer van de 5-jaargemiddelde AOT40. Alle data werden berekend op basis van de RIO-interpolatietechniek.
Klik hier voor meer informatie over de interpretatie van een boxplot.
Ruimtelijke trend
Onderstaande figuur toont de ruimtelijke spreiding van het 5-jaargemiddelde in de periode 2012-2016 van de overlast voor vegetatie. De ruimtelijke spreiding is soortgelijk aan die van de overlast voor de bevolking. De hoogste overlast is er in het oosten van België. In Vlaanderen ligt de overlast het hoogst in Limburg. In West-Vlaanderen is ozonoverlast voor de vegetatie het laagst. De Europese streefwaarde van 18000 (µg/m³).u gemiddelde over 5 jaar wordt overal in België gerespecteerd.
Ruimtelijke spreiding van de overlast voor de vegetatie (AOT40 voor vegetatie), 5-jaargemiddelde 2012-2016. 'Insufficient data' betekent dat de data niet voldoen aan de criteria uit richtlijn 2008/50/EG annex VII voor het aggregeren van de meetgegevens. Alles data werden berekend op basis van de RIO-interpolatietechniek.